Leuk dat je even rondkijkt. Mijn naam is Wim Staffeleu (1958) en ik richt mij vooral op producties die net FF iets anders zijn dan andere producties.
Het begon allemaal op 11-jarige leeftijd met een afdankertje van mijn vader. Toestel had een nikkelen hendel die je naar beneden moest drukken om een foto te maken. Niet het nieuwste van het nieuwste, maar als beginnend “fotograaf” was ik maar wat blij met het apparaat. Ook had ik er plotseling heel veel nieuwe vriendjes bij. Allemaal wilde ze maar wat graag op de foto. Spaarpotje werd alsmaar zwaarder. Ook schreef ik in die tijd verhaaltjes voor de schoolkrant. Niet onopgemerkt. Het was meester Piet de Haas die mij stimuleerde om hiermee door te gaan. Een dergelijk advies kreeg ik ook bij mijn vervolgopleiding. Waar klasgenoten niet verder kwamen dan 2 regeltjes, schreef ik met gemak een verslag van 4-kantjes. Mijn ouders begrepen er niets van. Zij waren van mening dat ik een "echt vak" moest leren. Het werd een bakkersopleiding. "Brood hebben mensen altijd nodig" riep mijn vader destijds. Het werd echter de meest ongelukkige periode uit mijn leven.
Na diverse tussenstops belandde ik begin jaren tachtig uiteindelijk toch in Amsterdam, the place to be. Vanuit een zolderkamer aan de Amsteldijk lanceerde ik het blad Model Magazine, blad voor model & fotograaf. Niet geheel zonder succes. Na twee maanden had het blad al 243 abonnees. Het blad was zeker geen “glossy”, maar de eerste stap als “bladenmaker” was wel gezet. Ook was het een komen en gaan van modellen en fotografen aan de Amsteldijk. De ruimte werd dan ook al snel te klein. Via een bevriende relatie kon ik in 1983 een bedrijfspand betrekken in de nabij gelegen Tolstraat. Een mooie deal. De ruimte aan de Amsteldijk ging over naar Sylvia Kristel, bekend van de film Emmanuelle. Sylvia was maar wat blij met de ruimte aan de Amsteldijk .
Vanuit de Tolstraat lanceerde ik in 1983 het blad FOTOMODEL. Het blad zag er een stuk professioneler uit dan Model Magazine en groeide binnen 5 maanden naar oplage van 900 exemplaren. Om het blad inhoud te geven, ging ik als hoofdredacteur ook zelf regelmatig op pad. Bijvoorbeeld met Guido den Aantrekker, nu hoofdredacteur van Story. Ook Jeroen Pauw en Antonie Kamerling hadden interesse. Daarnaast inventariseerde ik de respons op advertenties. Dertig of veertig nieuwe opdrachten was zeker geen uitzondering. Modellen waren er maar wat blij mee. En hoewel het blad zeker geen “dating magazine” was, ontstonden er ook relaties. Overrompeld door het succes heb ik het blad in 1984 overgedragen aan een nieuwe uitgever. Achteraf nimmer meer iets vernomen van deze uitgever.
Na FOTOMODEL kwam er ff een tijdje niets. Maar vanaf 1990 begon het toch weer te kriebelen. Het begon met een aprilgrap in het huis-aan-huisblad Zondag. Tevens verschenen er publicaties in de Nieuwe Bijlmer en Echo. Aansluitend kreeg ik vanuit Gemeente Amsterdam het verzoek om foto’s te leveren voor het blad Wegwijs in Zuidoost. Vanaf dat moment begon het balletje pas echt goed te rollen. Van Weekmedia ontving het verzoek om een wekelijkse rubriek te verzorgen in De Nieuwe Bijlmer en Nieuwsblad Gaasperdam. Naast foto was ik bij deze productie tevens verantwoordelijk voor de tekst. Weekmedia (Marianne Timmer) liet mij hier geheel vrij in. De Kostwinner was tevens mijn eerste betaalde opdracht als freelance-fotograaf. In 1994 kwam daar ook nog de rubriek “Zomaar Zomer” bij. De rubriek verscheen in alle edities van het Amsterdams Stadsblad, Diemer Courant en Buitenveldtse Courant.
In de jaren 1992 -1994 leverde in tevens producties aan het blad De Nieuwe. Peter J. Muller, uitgever van het blad, kende ik van Weekend en Zondag. Veel geleerd van deze man, onder andere het maken scoops en koppen. Dus verschenen er na verloop van tijd ook foto’s in Party en Story. Daarnaast leverde ik via een bevriende relatie tv-publiek aan John de Mol Producties. Een hectische tijd, maar wel erg leuk.
Na mijn functie bij de Nationale Postcode Loterij ben ik even gestopt met opdrachtgevers. Ik richt ik mij nu vooral op vrije producties. Deze manier van werken bevalt mij prima. Een toekomstige samenwerking met een uitgever acht ik zeker niet uitgesloten.